Werktijdverkorting leidt tot verval loondoorbetalingsplicht werkgever
13 maart 2020 

Werktijdverkorting leidt tot verval loondoorbetalingsplicht werkgever

Update per 17 maart 2020: de regeling werktijdverkorting wordt vervangen door de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud.
Werktijdverkortingkan worden aangevraagd wanneer sprake is van buitengewone gebeurtenissen, die niet vallen onder het normale ondernemersrisico. Bijvoorbeeld brand of overstroming, maar ook in geval van omstandigheden, waarvan de overheid heeft laten weten dat die eronder vallen, zoals nu het geval is met het coronavirus.

Tot 1 januari 2020 bracht werktijdverkorting mee dat de werkgever de WW-uitkering op grond van de werktijdverkorting in mindering kon brengen op het te betalen salaris. Het restant van het salaris diende de werkgever dan nog steeds te betalen. Sinds 1 januari 2020 geldt dat de loondoorbetalingsplicht in geval van werktijdverkorting in het geheel komt te vervallen voor de uren dat ontheffing is verleend in verband met werktijdverkorting.

Hieronder zet ik eerst de voorwaarden uiteen, die gelden voor werktijdverkorting en hoe een aanvraag voor werktijdverkorting ingediend dient te worden. Vervolgens ga ik in op de regeling, die meebrengt dat in geval van werktijdverkorting de loondoorbetalingsplicht van de werkgever in het geheel vervalt voor de uren dat ontheffing is verleend in verband met werktijdverkorting.

Werktijdverkorting: de voorwaarden

Ingeval van buitengewone gebeurtenissen, die niet vallen onder het normale ondernemersrisico, waardoor een werkgever tijdelijk onvoldoende werk heeft voor alle werknemers, kan een werkgever voor werknemers, voor wie onvoldoende werk is, mogelijk een WW-uitkering wegens werktijdverkorting krijgen.

Vereist is dat als direct gevolg van de buitengewone gebeurtenis de werkgever gedurende minimaal 2 weken en maximaal 24 weken minstens 20% minder werk heeft. Als de vermindering van werk naar verwachting langer duurt dan 24 weken, zal geen vergunning worden verleend.

Werktijdverkorting kan alleen worden aangevraagd voor werknemers waarvoor de werkgever een loondoorbetalingsverplichting heeft. Voor oproepkrachten met een nul-urencontract en uitzendkrachten kan geen werktijdverkorting worden aangevraagd.

Werktijdverkorting: de aanvraag

Voor de werktijdverkorting dient de werkgever een vergunning aan te vragen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Dit kan uitsluitend door middel van het digitale formulier op de site van het ministerie van SZW. Aanvragen die op een andere manier worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. Als bijlage dient een lijst met werknemers te worden toegevoegd, voor wie de werktijdverkorting wordt aangevraagd.

De vergunning voor werktijdverkorting geldt voor maximaal 6 weken. Als de situatie niet (voldoende) is verbeterd of verslechterd, dan kan de werkgever een verlenging van de vergunning aanvragen bij het ministerie van SZW. Het is mogelijk om maximaal drie keer een verlenging van 6 weken aan te vragen.

Er wordt geen vergunning verleend:

  • over perioden voorafgaand aan de datum waarop de aanvraag is ontvangen;
  • voor zover het personeelsbestand van de werkgever niet op de voor de betrokken onderneming redelijkerwijs te verwachten behoefte is afgestemd;
  • als de vermindering van werkzaamheden samenhangt met een werkstaking in de betreffende of in een andere onderneming, tenzij redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de werkstaking door het verlenen van de vergunning zal worden beïnvloed.

Werktijdverkorting: melding aan het UWV en aanvraag WW

Als de werkgever de vergunning voor werktijdverkorting van het ministerie van SZW heeft ontvangen, geeft de werkgever dit door aan UWV. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van het formulier melding werktijdverkorting. Een verlenging van de vergunning voor werktijdverkorting hoeft de werkgever niet opnieuw te melden aan het UWV.

Na afloop van de periode waarvoor de vergunning voor werktijdverkorting is verleend, kan de werkgever voor de betrokken werknemers een tijdelijke WW-uitkering wegens werktijdverkorting aanvragen. Het is van belang dit te doen binnen een week na de periode waarvoor de vergunning is verleend.

Gebruik hiervoor het formulier  aanvraag WW bij werktijdverkorting. Het is ook mogelijk om te bellen met de afdeling WW Werktijdverkorting van het UWV via 040 400 42 63. Het UWV stuurt het aanvraagformulier dan per post op.

Als de werknemers voldoen aan de eisen van de Werkloosheidswet, dan krijgen zij een WW-uitkering bij werktijdverkorting. UWV vergoedt dan achteraf de uren dat deze werknemers niet werkten tijdens de periode dat de vergunning voor werktijdverkorting was verleend. Dit geldt alleen voor de uren waarvoor de werkgever een vergunning voor werktijdverkorting heeft ontvangen. UWV betaalt de WW-uitkering aan de werkgever.

Werktijdverkorting en arbeidsongeschikte werknemers

Als de werknemer arbeidsongeschikt is voordat de periode ingaat, waarvoor de vergunning is verleend, dan komt de betreffende werknemer niet in aanmerking voor een WW-uitkering bij werktijdverkorting. Voor deze werknemers geldt de normale loondoorbetalingsverplichting bij arbeidsongeschiktheid. Wordt de werknemer arbeidsongeschikt tijdens de periode, waarin de vergunning is verleend, dan loopt de WW-uitkering door.

Werktijdverkorting en verval loondoorbetalingsplicht

Werkgevers, die een vergunning hebben gekregen voor werktijdverkorting, hoeven voor de uren dat de vergunning is verleend geen salaris te betalen aan de werknemer. Dit blijkt uit artikel 5 van de Regeling onwerkbaar weer, die per 1 januari 2020 van kracht is geworden.

De titel van de regeling, te weten Regeling onwerkbaar weer, is misleidend. In de regeling wordt namelijk meer geregeld dan alleen de loondoorbetaling ingeval van onwerkbaar weer, zoals overvloedige regenval en vorst. Ook andere buitengewone, niet natuurlijke omstandigheden, komen in de regeling aan de orde, zoals dat de loondoorbetalingsplicht van de werkgever vervalt als de werkgever ontheffing heeft gekregen voor werktijdverkorting. Bij inwilliging van de aanvraag tot werktijdverkorting, hoeft de werkgever de werknemer dus voor de uren dat de vergunning is verleend geen salaris te betalen.

Omdat de werkgever het salaris niet hoeft door te betalen voor de uren dat de werktijd is verkort, vallen werknemers in principe voor die uren volledig terug op de WW-uitkering. Er wordt geen uitzondering gemaakt voor werknemers die onvoldoende WW-rechten hebben opgebouwd. Werknemers, die meer verdienen dan het maximum dagloon, en als gevolg daarvan een WW-uitkering ontvangen, die beduidend lager is dan voor werknemers, die minder verdienen dan het maximum dagloon, worden hiervoor ook niet gecompenseerd.

Advocaat arbeidsrecht Rotterdam

Wil je persoonlijke hulp bij het aanvragen van werktijdverkorting? Of wil je graag hulp bij een andere arbeidsrechtelijke kwestie? Zoek je een advocaat arbeidsrecht in Rotterdam?

Bel me dan voor een gratis intake gesprek op 010-2600088 of vul je contactgegevens in onderstaand contactformulier in, zodat ik contact kan opnemen met jou voor een gratis intake gesprek.

Over de schrijver
Ilma van Aalst is begin 2000 begonnen als advocaat arbeidsrecht en dus ruim 22 jaar werkzaam als advocaat arbeidsrecht. Eerst is Ilma ruim tien jaar werkzaam geweest als advocaat arbeidsrecht bij Poelmann van den Broek in Nijmegen en Eversheds Sutherland in Rotterdam. In 2010 heeft Ilma advocatenkantoor arbeidsrecht 7 Laws of Persuasion opgericht. Ilma is sinds 2007 lid van de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN), de vereniging die van de Nederlandse Orde van Advocaten het keurmerklogo voor arbeidsrechtspecialisten heeft ontvangen. Sinds begin 2016 is zij een door de VAAN erkende intervisie gespreksleider. Daarnaast is zij lid van de Vereniging Rotterdamse Arbeidsrecht Advocaten. Naast haar werkzaamheden als advocaat arbeidsrecht verricht Ilma sinds 2008 ook werkzaamheden als docent arbeidsrecht.